09-05-2011

Namibië - Afrika in het klein

Van Namibie wordt gezegd dat het Afrika in het klein is. Het zou alle soorten van natuur, mens en dier huisvesten. Ik weet niet of die stelling correct is, maar mooi en prettig is het er in elk geval zeker. De eerste 2 dagen waren nog vooral lange, vlakke asfaltritten. Vooral saai. Maar de Duitse Bäckerei die halverwege de 2e rit in TdA-stijl werd geplunderd, maakte veel goed. Namibië kent veel Duitse gasten en voorvaderen. Dat laatste leidde ook tot de merkwaardige plotselinge constatering dat er veel meer blanken waren en dat deze niet tot die groep behoorden die we af en toe als medereizigers tegenkwamen. Plotseling bestonden er Afrikaanse blanke locals. De straten, het verkeer, de huizen, gebouwen in het algemeen, alles was ook meer georganiseerd zoals wij het kennen. Wél georganiseerd. En beter georganiseerd, zouden wij zeggen.

En dus ook meer kans op adequaat medisch onderzoek en behandeling. Opnieuw een tropische ziekte. Met de symtomen die nu al ca 3 weken het plezier beïnvloedden op dezelfde manier als de malaria dat deed, meldde ik me 2 achtereenvolgende dagen in het ziekenhuis. Na bloed- en faecesonderzoek werd vastgesteld dat de malaria helemaal weg was. Mooi, maar ja, er was toch echt wel wat mis met mijn lichaam. Een week later bleek uit de resterende onderzoeksresultaten dat ik de ziekte Giardia had. Ai, ook risky schijnbaar; mederijder vertelde dat zijn moeder er bijna aan overleden was. Snel daarna kon de medische behandeling gestart worden.

En wat was ik gelukkig. Voelde me de koning te rijk. Een halve dag na de start van de medicatie voelde ik me tijdens de etappe sterker en sterker worden. Ik had weer meer energie en kracht. Arets werd gek van me. Ik zat te juichen, te zingen, te ouwehoeren en knalde overal naar boven. Wat wel een beetje gek was, was dat ik veel moest plassen. En t werd heel veel. Ik probeerde eerst nog te bedenken dat het de afvalstoffen van de ziektestrijd waren. Maar toen de kleur zo donker en rood leek en het vooral steeds meer door ondraaglijke pijn gekenmerkt werd, om de 5 km.. toen moest ik toch echt concluderen dat er nog iets anders mis was.

Nou ja, een lang verhaal kort: het bleek dat ik bloed aan het plassen was en 2 dagen later kreeg ik medicatie tegen een prostaatinfectie. Die dag echter werden de andere lichamelijke problemen overstemd door veel meer pijn. Aan het rechteroog. De pijn leidde er bovendien toe dat zonlicht nauwelijks te verdragen was en pijnscheuten veroorzaakten, die mijn ogen deden wegdraaien. Verdomd lastig als je op een fiets zit. Uiteindelijk hebben zich er 6 medici mee beziggehouden, heb ik een week met 1 contactlens rondgereden, 9 verschillende medicamenten gehad, een rit met dichtgeplakt oog proberen te rijden en een startverbod moeten bestrijden. Het was bijna tegen de limits aan. De staf vond dat deze gepasseerd waren en vertelden me dat ze me van de fiets wilde halen en ook Arets werd gevraagd me te overtuigen. Ik had de schijn niet mee toen ik na een van die ritten niet meer zelfstandig naar de medische post kon komen en met infusen aan beide armen kwam te liggen. Maar ik dacht zelf dat doorrijden wel mogelijk zou zijn. Iedereen kiest zijn eigen doelen in het leven en op dit moment was EFI het mijne. Het was een worsteling, maar we slaagden erin. We: medicatie, muziek en makker Arets.

En verder was er vooral ook sprake van schitterende natuur. Wat een verrassing nog zo richting het einde van de Tour! Prachtige zandduinen, indrukwekkende bergen en mooie woestijn, de Kalahari Desert. Beetje lastig was dat het er nauwelijks zou regenen en nu plots buiten het seizoen 3 maanden achtereen per maand meer dan in een heel jaar naar beneden gesodemieterd kwam! Gevolg was dat we kampeerden in regen en soms door onvoorstelbare modderrivieren reden. Een 'dirt road' waarover we het kamp binnenreden, die alom geprezen werd om de hoge snelheid die we er konden halen, was de volgende ochtend een nauwelijks door te komen gele rivier geworden. Meer dan de helft van de rijders startte niet en een aantal liet zich na enkele honderden meters alsnog oppikken door de vrachtwagens. Het was echt ploeterwerk. Toen we eindelijk weer een dorp bereikten, was het genot van een warme kop koffie en -jawel!- soort van saucijzenbroodjes enorm. Doorweekt en koud aten we de hele vitrine leeg. Het was zo vreemd om weer 'westerse luxe' tegen te komen. En wat hebben we genoten. Yoghurt, chocola en ijs waren favorieten. En elke keer dat we (ik eet normaal bijna nooit ijs) Magnums vonden, smulden we. En vraten. Hemels.

Er valt nog zoveel te schrijven, merk ik nu ik dit stuk vervolg na lange onderbreking: de spectaculair grote zandduinen, het superdeluxe resort dat Arets en ik onszelf kado deden, zulk heftige off-road afdalingen dat de nieuwe tandbladen compleet vernield bleken door het stuiteren over de rotsen, een bergrit waar we door 25 bergriviertjes en -beekjes moesten fietsen of waden, omrijden om over een spoorbrug te klimmen omdat een rivier te hoog stond, prachtige zonsondergangen, afscheid van enkele nieuwe vrienden en het uitzicht op nog maar één land te gaan...

BK

1 opmerking:

  1. Judith Bolscher28 mei 2011 om 22:34

    Jeetje Brammen... kan het nog heftiger?!
    Respect... voor EFI!
    Want Kuifje in Afrika zijn jullie allang voorbij :-)
    Zet 'm op!
    Goodgoan!!!

    BeantwoordenVerwijderen